Natuurkunde voor het MBO Deel 3: Hoofdstuk 1 Elektrische stroom n3,4
Kies het juiste antwoord.
Wat verstaat men onder elementaire lading?
- keuze van Faraday voor + en -
- basiseenheid voor lading
- lading van de atoomkern van een element
- kleinst mogelijke lading
Welke eenheid hoort bij (elektrisch) vermogen?
- euro
- joule
- watt
- kWh
Je zet om 9.00 uur een kookplaat van 1,1 kW aan. En om 11.30 uur weer uit.
Hoeveel elektrische energie is er dan verbruikt?
- 2,8 J
- 2,5 kWh
- 2,8 kWh
- 9,1 ⋅ 106 J
Hoe groot is
I in de afbeelding?
- 1,33 A
- 6, 67 A
- 8,00 A
- 9,53 A
Hoe groot is
I1 in de afbeelding?
- 1,33 A
- 0,75 A
- 3,61 A
- 8,00 A
Wat voor type verbinding (stof) heb je als alle valentie-elektronen van elk atoom in een covalente binding zitten?
- geleider
- geleider of halfgeleider
- halfgeleider of isolator
- isolator of geleider
Je sluit een weerstand van 68 Ω aan op een spanningsbron. Er gaat een stroom lopen van 45 mA.
Hoe groot is de spanning die de bron levert?
- 0,66 mV
- 3,1 V
- 1,5 kV
- 3,1 kV
Hoeveel joule is gelijk aan 56 kWh?
- 0,016 J
- 16 J
- 56 kJ
- 2,0 ⋅ 108 J
Hoe groot is de stroomsterkte door een lamp als deze bij 230 V een vermogen ontwikkelt van 150 W?
- 0,807 A
- 0,652 A
- 1,53 A
- 3,45 ⋅ 104 A
Een lamp van 150 W wordt aangesloten op 230 V.
Hoe groot is de weerstand van deze lamp?
- 1,53 Ω
- 97,8 Ω
- 353 Ω
- 34,5 kΩ