Natuurkunde voor het MBO Deel 3: Hoofdstuk 3 Magnetisme n3,4
Kies het juiste antwoord.
Een permanente magneet kun je van verschillende elementen maken. Bijvoorbeeld:
Zn, Ni, B
Al, Zn, Fe
B, Ni, Fe
Ni, Fe, Al
De eenheid voor magnetische inductie is:
tesla
lorentz
curie
weiss
Als een elektron in een mageetveld beweegt dan werkt er een kracht op het elekron. Hoe heet deze kracht?
inductiekracht
weisskracht
magneetkracht
lorentzkracht
Hoe groot is de topwaarde van een sinusvormige wisselspanning met een effectieve waarde van 60 V?
42 V
60 V
85 V
120 V
Een spoel heeft een ohmse weerstand (gelijkstroomweerstand) van 20 Ω en bij aansluiting op wisselspanning van 80 V en 50 Hz een impedantie van 100 Ω. Hoe groot is de wisselstroom die er dan door de spoel gaat?
0,57 A
0,67 A
0,80 A
4,0 A
Een (ideale) transformator heeft een primaire spoel met 200 windingen en een secundaire spoel met 500 windingen. We sluiten de primaire spoel aan op 230 V. Hoe groot wordt de secundaire spanning?
92 V
230 V
430 V
575 V
Een ideale trafo wordt aangesloten op 230 V. Aan de primaire kant wordt een vermogen ontwikkeld van 50 W. De secundaire spanning is 20 V. Hoe groot is dan de stroomsterkte aan de secundaire kant?
2,5 A
0,22 A
0,019 A
0,11 A
Wat bedoelen we met een 'ideale' trafo?
Up = Us
Pp = Ps
Ip = Is
trafo met één kern
Een spoel heeft wisselstroomweerstand Z en een ohmse weerstand (gelijkstroomweerstand) R. Welke bewering is juist voor een spoel?
Z is groter dan R
Z en R zijn even groot
Z is kleiner dan R
Z is √2 × R
Van een trafo in een schakeling worden verschillende grootheden gemeten: Ip = 0,50 A Is = 2,3 A Up = 230 V Us = 40 V Bereken het rendement van deze trafo, in deze opstelling.