Natuurkunde voor het MBO Deel 3: Hoofdstuk 4 Trillingen n3,4
Kies het juiste antwoord.
Een eenparige cirkelbeweging heeft altijd de volgende constante (gelijkblijvende) eigenschap:
richting van de snelheid
grootte van de snelheid
fase
richting centripetale kracht
Een centrifuge draait met een toerental van 2,4 ⋅ 103 toeren per minuut. Hoe groot is de frequentie in Hz?
0,025 Hz
40 Hz
2,4 kHz
1,4 ⋅ 105 kHz
Een voorwerp voert een eenparige cirkelbeweging uit met een frequentie van 2,0 Hz en een baansnelheid van 4,0 m/s. Hoe groot is de fase op tijdstip t = 0,75 s?
0,50
1,5
2,0
3,0
Wat verstaat men onder een harmonische trilling? Dat is een trilling waarvan ...
de frequentie constant is
de terugdrijvende kracht constant is
de snelheid constant is
de terugdrijvende kracht evenredig is met de uitwijking
Wat wordt bedoeld met een 'kracht' of 'versnelling' van 20g?
20 maal de zwaartekracht(versnelling)
een zwaartekracht(versnelling) van 20 kg
een versnelling van 20 m/s2
centripetale kracht is 20 N
Een voorwerp in een eenparige cirkelbeweging heeft een frequentie (f) en een straal (r). Bij welke waarden zal de baansnelheid het hoogst zijn?
(f) is groot en (r) klein
(f) is groot en (r) groot
(f) is klein en (r) klein
(f) is klein en (r) groot
Aan een veer met veerconstante (k) = 5,0 N/m hangt een massa van 100 g. Als we de massa in trilling brengen hoe groot wordt dan de frequentie?
0,036 Hz
0,16 Hz
0,89 Hz
1,1 Hz
Een slinger heeft een lengte van 120 cm. Hoe groot is de trillingstijd?