Natuurkunde voor het MBO Deel 3: Hoofdstuk 4 Trillingen n4

Welke eigenschap is juist voor een harmonische trilling?
1. constante snelheid
2. richting snelheid is constant
3. snelheid verandert van grootte en richting
4. grootte terugdrijvende kracht is constant
In een centrifuge draait een voorwerp rond met een frequentie van: 40 Hz op een afstand van 20 cm van het middelpunt.
Hoe groot is de hoeksnelheid?
1. 2 π rad/s
2. 40 π rad/s
3. 80 π rad/s
4. 200 π rad/s
Een voorwerp voert een eenparige cirkelbeweging uit met f = 2,0 Hz.
Hoe groot is de afgelegde hoek na 1,0 s?
1. 0,5 π
2. π rad
3. 2 π rad
4. 4 π rad
Welke eigenschap is juist voor de middelpunt zoekende kracht (centripetale kracht) bij een eenparige cirkelbeweging?
1. richting en grootte veranderen voortdurend
2. grootte constant, richting verandert
3. richting en grootte beide constant
4. richting constant, grootte verandert
De maan draait om de aarde in 28 dagen. De afstand tot de aarde is 3,844 ⋅ 10⁸ m.
Hoe groot is de baansnelheid van de maan?
1. 5,85 ⋅ 10¹⁵ m/s
2. 998 m/s
3. 499 m/s
4. 3,59 ⋅ 10⁶ m/s
Welke kracht is nodig om een steen van 2,5 kg aan een 120 cm lang touw rond te draaien met 4,0 omwentelingen per seconde?
1. 0,76 kN
2. 63 N
3. 0,12 kN
4. 1,9 kN
Een voorwerp voert een harmonische trilling uit.
De amplitude is 5,0 cm en de frequentie: 20 Hz.

Hoe groot is de uitwijking op tijdstip t = 0,040 s?
1. 0,0077 cm
2. 0,022 cm
3. 1,6 cm
4. -4,8 cm
Een harmonische trilling heeft een amplitude van 4,0 cm.
Bereken de uitwijking als de fase (φ) 5/8 is.
1. -2,8 cm
2. 2,3 cm
3. 3,2 cm
4. 2,7 cm
Een harmonische trilling wordt beschreven door de formule:

u_t = sin(10π ⋅ t) cm.

Hoe groot is de frequentie?
1. 20 Hz
2. 0,20 Hz
3. 5,0 Hz
4. 10 Hz
Hoe groot zijn ampitude en frequentie?
1. 3,2 V en 3,4 Hz
2. 16 V en 15 kHz
3. 16 V en 68 µHz
4. 64 V en 59 kHz