Natuurkunde voor het MBO Deel 3: Hoofdstuk 5 Golven n4

Een golf trilt in dezelfde richting als hij zich voortbeweegt.
Wat voor soort golf is dit?
1. transversale golf
2. staande golf
3. longitudinale golf
4. interfererende golf
Kwik zendt licht uit van onder meer de frequentie: 5,49 ⋅ 10¹⁴ Hz.
Hoe groot is dan de golflengte?
1. 1,65 ⋅ 10²³ m
2. 6,25 ⋅ 10^-13 m
3. 1,83 ⋅ 10⁶ m
4. 5,46 ⋅ 10^-7 m
Welke bewering is voor een staande golf niet juist?
1. alle punten tussen twee knopen hebben dezelfde fase
2. een knoop is een punt met amplitude = 0.
3. alle punten tussen twee knopen hebben dezelfde amplitude
4. de afstand tussen twee knopen is een halve golflengte
Een koord van 150 cm heeft een staande golf met 6 knopen.

Hoe groot is de afstand tussen twee knopen?
1. 25 cm
2. 30 cm
3. 60 cm
4. 50 cm
Hoe ontstaan de verschillen in klankkleur van muziekinstrumenten?
1. verschil in ultrasonore trillingen
2. verschil in golflengte van de grondtoon
3. infrasonore trillingen
4. verschil in de verhouding van boventonen
Een snaar heeft een lengte van 50,0 cm.
Er is een staande golf in de snaar.
De grondtoon van de snaar is 220 Hz.

Bereken de golfsnelheid in de snaar.
1. 4,40 m/s
2. 110 m/s
3. 220 m/s
4. 440 m/s
We hebben twee orgelpijpen I en II; zie afbeelding.
Aan de ene kant open aan de andere kant gesloten, in de pijpen zijn staande golven met buiken en knopen.
B = buik, K = knoop.

Hoeveel golven staan in elke pijp?
1. I: ¼ λ II: ¾ λ
2. I: ½ λ II: 1 ¾ λ
3. I: 1 II: 3
4. I: ⅛ λ II: ⅜ λ
Het beginpunt A van een koord voert een harmonische trilling uit.
f = 2,0 Hz
v = 4,0 m/s
Punt P ligt op 2,0 m van A.
Hoe lang is punt P in trilling op tijdstip t = 0,75 s?
1. 0,75 s
2. 0,50 s
3. 0,25 s
4. 1,00 s
Het beginpunt A van een koord voert een harmonische trilling uit.
f = 2,0 Hz
v = 4,0 m/s
Punt P ligt op 2,0 m van A.
Hoe groot is de fase van P op tijdstip t = 0,75 s?
1. 0,50
2. 0,75
3. 1,0
4. 1,5
Een geluidbron wordt 20 dB hoger afgesteld.
Hoeveel maal zo groot wordt dan de geluidsintensiteit?
1. 20
2. 100
3. 2
4. 10