Natuurkunde voor het MBO Deel 3: Hoofdstuk 9 Microscopie n4
Kies het juiste antwoord.
Een microscoop vergroot 200 ×.Op het oculair staat: 10 ×. Hoeveel vergroot het objectief?
10 ×
20 ×
200 ×
2000 ×
Van een microscoop weten we: foc = 2,50 cm fobj = 1,50 cm Wat wordt de totale vergroting met een voorwerpsafstand van 1,70 cm?
75 ×
85
10
128
Wat is het voordeel van de Köhlerverlichting?
sterkere vergroting
hogere resolutie
egale verlichting
groter gezichtsveld
Hoe groot is de numerieke apertuur (NA) van het hier afgebeelde objectief?
26,5
10
0,40
0,17
Hoe groot is de aanbevolen dekglasdikte voor het onderstaande objectief?
0,95
∞
40
0,11 - 0,23
Een objectief heeft een numerieke apertuur (NA) van 1,25 Hoe groot is het (gemiddelde) scheidend vermogen voor zichtbaar licht?
0,27 μm
0,44 μm
3,7 ⋅ 106 m-1
3,7 ⋅ 106 m
Hoe komt het dat je met een elektronenmicroscoop een veel sterkere vergroting kan halen dan met een lichtmicroscoop?
de elektronenstroom levert minder energie
de elektronenstroom levert meer energie
de golflengte van elktronen is groter
de golflengte van elktronen is veel kleiner
Wanneer heeft het zin transmissie polarisatiemicroscopie toe te passen?
voor fluorescerende stoffen
voor ondoorzichtige stoffen
voor anisotrope stoffen
voor isotrope stoffen
We gebruiken een microscoop met de volgende eigenschappen: Nobj = 40 × Noc = 10 × Veldgetal oculair: 18 mm Je neemt een voorwerp waar dat het effectieve gezichtsveld voor de helft vult. Hoe groot is dit voorwerp?
0,045 mm
0,23 mm
0,45 mm
0,90 mm
Bij welke microscopietechniek maak je gebruik van een excitatiefilter?